Een discretionaire bevoegdheid is een bevoegdheid die het bestuursorgaan keuzevrijheid geeft bij het nemen van besluiten. Het betekent dat het bestuursorgaan mag beslissen óf en hoe het een bevoegdheid uitoefent. Deze keuzevrijheid wordt vaak bewust door de wetgever gegeven, zodat bestuursorganen in specifieke gevallen passende beslissingen kunnen nemen. Dit wordt ook wel beleidsruimte genoemd: binnen de grenzen van de wet kan het bestuursorgaan belangen afwegen en kiezen voor de meest geschikte aanpak.
Hoe herken je een discretionaire bevoegdheid?
Een discretionaire bevoegdheid herken je vaak aan het woord kan in de wettelijke bepaling.
Bijvoorbeeld (APV):
“De burgemeester kan een evenementenvergunning weigeren in het belang van de openbare orde, het voorkomen van overlast, de verkeersveiligheid van personen of goederen, de zedelijkheid of gezondheid.”
In dit geval heeft de burgemeester dus beleidsruimte en kan hij een eigen belangenafweging maken.
Grenzen aan discretionaire bevoegdheden
Een discretionaire bevoegdheid geeft een bestuursorgaan geen onbegrensde vrijheid. Bij de uitoefening van een discretionaire bevoegdheid is een bestuursorgaan gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Denk hierbij aan het materiële zorgvuldigheidsbeginsel (alle belangen moeten worden meegenomen in de afweging) en het evenredigheidsbeginsel, dat vereist dat een besluit niet onevenredig zwaar uitpakt voor de betrokkenen.
Ook de wet stelt vaak voorwaarden waaraan een bestuursorgaan bij de uitoefening van een discretionaire bevoegdheid moet voldoen. In het voorbeeld hierboven kan een evenementenvergunning worden geweigerd in het belang van de openbare orde, het voorkomen van overlast, de verkeersveiligheid van personen of goederen, de zedelijkheid of gezondheid. Dit betekent dat het bestuursorgaan weliswaar beleidsruimte heeft, maar binnen de grenzen van de wet moet blijven. Het is dus niet toegestaan om een evenementenvergunning te weigeren op basis van belangen die niet in de wet worden genoemd, zoals economische belangen of milieubelangen.
Beleidsregels
Om discretionaire bevoegdheden effectief en consistent uit te oefenen, maken bestuursorganen vaak gebruik van beleidsregels. Deze regels dienen meerdere doelen. Allereerst bieden zij rechtszekerheid en rechtsgelijkheid aan burgers. Door vooraf vast te leggen hoe een bevoegdheid wordt toegepast, weten burgers beter waar zij aan toe zijn, en wordt willekeur voorkomen. Dit is ook een groot voordeel voor ambtenaren die in mandaat bevoegdheden uitoefenen. Dankzij beleidsregels hoeven zij niet telkens opnieuw te bepalen hoe een bevoegdheid moet worden ingezet. Wil je meer weten over hoe beleidsregels werken en waarom ze belangrijk zijn? Lees dan ons blog over beleidsregels.
Wat is een gebonden bevoegdheid?
Tegenover de discretionaire bevoegdheid staat de ‘gebonden bevoegdheid’. Bij een gebonden bevoegdheid heeft een bestuursorgaan géén keuzevrijheid/beleidsruimte. Als aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, moet het bestuursorgaan de bevoegdheid uitoefenen. Er is dan geen ruimte voor een eigen afweging of beleidsvorming.
Voorbeeld van een gebonden bevoegdheid;
art 31 lid 1 Alcoholwet:
Een vergunning wordt door de burgemeester ingetrokken, indien:
a. de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvrage een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
b. niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikelen 8 en 10 geldende eisen;
c. zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;
d. de vergunninghouder in de in de artikelen 30 en 30a, eerste lid, bedoelde gevallen geen melding als in die artikelen bedoeld heeft gedaan.