Inleiding
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 9 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3502
Op 9 oktober 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over de inbeslagname en geplande euthanasie van een hond in Wijchen. De burgemeester had de hond, genaamd Buddy, in beslag genomen na meerdere bijtincidenten en meldingen van buurtbewoners. Bovendien had de eigenaar het opgelegde aanlijn- en muilkorfgebod niet nageleefd. De burgemeester handelde op advies van een gediplomeerde gedragsdeskundige die concludeerde dat Buddy niet te corrigeren gevaarlijk gedrag vertoont en een risico vormt voor mensen en andere dieren. Dit advies leidde tot het besluit om Buddy in te laten slapen.
Achtergrond
De zaak begon met een bijtincident in mei 2022, waarbij Buddy een andere hond aanviel. Dit was niet het eerste incident: eerder had Buddy een andere hond gebeten, en de eigenaar zelf was ook gewond geraakt na een aanval van Buddy. Ondanks een opgelegd aanlijn- en muilkorfgebod, vond er in juli 2022 opnieuw een ernstig bijtincident plaats. Naar aanleiding hiervan liet de burgemeester een gedragsdeskundige een risicoanalyse uitvoeren, waarin werd geadviseerd om Buddy in te laten slapen.
Bezwaren van de eigenaar
De eigenaar van Buddy kwam in verzet tegen de inbeslagname en het voornemen om de hond te laten inslapen. Hij voerde aan dat euthanasie een te vergaande maatregel was en stelde voor om Buddy te herplaatsen als waakhond. Volgens de eigenaar zou Buddy’s gedrag verbeterd kunnen worden door training bij een nieuwe eigenaar.
Verschil in oordeel rechtbank en Afdeling
Een belangrijk twistpunt was de vraag of het besluit om Buddy in te laten slapen onderdeel uitmaakte van het bestuursdwangbesluit. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester alleen over de inbeslagname van Buddy had besloten en dat de beslissing over wat er na de inbeslagname met Buddy zou gebeuren, nog afgewacht moest worden. De Afdeling was het hier niet mee eens en stelde dat het besluit om Buddy in te laten slapen wel degelijk onderdeel uitmaakte van het bestuursdwangbesluit. In het besluit van 22 november 2022 werd immers zonder voorbehoud aangegeven dat de burgemeester het advies van de gedragsdeskundige, dat inhield dat Buddy zou worden ingeslapen, zou uitvoeren.
Juridisch kader en nuancering van eerdere jurisprudentie
In een eerdere uitspraak van 30 juni 2021 oordeelde de Afdeling dat de burgemeester geen bevoegdheid had om een hond te herplaatsen of te laten inslapen op basis van artikel 5:29 en 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat die artikelen slechts betrekking hebben op tijdelijke onttrekking van een zaak aan de eigenaar. In de huidige uitspraak nuanceert de Afdeling deze eerdere uitspraak. De Afdeling oordeelt dat de burgemeester op basis van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren wél bevoegd is om een hond te laten inslapen als deze gevaarlijk, niet te corrigeren gedrag vertoont, zoals in het geval van Buddy (artikel 2.10 van de Wet dieren en artikel 1.10 van het Besluit houders van dieren). Dit biedt een breder juridisch kader waarin het besluit van de burgemeester rechtmatig is.
Beoordeling door de Afdeling
De Afdeling oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om Buddy in beslag te nemen op basis van de overtredingen van het aanlijn- en muilkorfgebod en de ernstige bijtincidenten. Bovendien was het besluit om Buddy in te laten slapen gerechtvaardigd, gezien het advies van de gedragsdeskundige dat Buddy’s gevaarlijke gedrag niet te corrigeren was. De Afdeling wees erop dat de gedragsdeskundige in verschillende fases van de procedure was geraadpleegd en dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het advies.
Daarnaast benadrukte de Afdeling dat het welzijn van Buddy in het geding was, omdat hij vanwege zijn gevaarlijke gedrag geïsoleerd moest worden gehouden, wat zijn mentale gezondheid ernstig schaadde.
Conclusie
De Afdeling bestuursrechtspraak verklaarde het hoger beroep ongegrond en oordeelde dat het besluit van de burgemeester om Buddy in te laten slapen rechtmatig en proportioneel was. Het besluit werd bevestigd, en de eigenaar kreeg geen proceskostenvergoeding.
De eigenaar is natuurlijk volledig verantwoordelijk voor de situatie. Hij heeft herhaaldelijk nagelaten zich aan het aanlijn- en muilkorfgebod te houden. Tegenover de wijkagente verklaarde hij dat hij zijn honden niet aanlijnt of muilkorft en zich niet verantwoordelijk voelt voor eventuele bijtincidenten.
Gelukkig is de eigenaar strafrechtelijk veroordeeld voor het bijtincident van 17 mei 2022, en is aan hem een houderschapsverbod voor andere honden opgelegd voor de duur van drie jaar.
(Tim Quispel)