Woningsluiting (13b Opiumwet) niet noodzakelijk en evenwichtig

Casus

Huurder ontvangt op 23 april 2024 een besluit van de burgemeester, waarin wordt bepaald dat zijn woning op grond van artikel 13b Opiumwet zal worden gesloten wegens vermoedens van betrokkenheid bij drugshandel. Bij een doorzoeking van de woning waren diverse materialen aangetroffen die volgens de burgemeester kunnen worden gebruikt voor de bewerking van cocaïne.

Huurder gaat in bezwaar en vraagt om een voorlopige voorziening (artikel 8:81 Awb). Het bezwaar wordt ongegrond verklaard en huurder gaat in beroep en vraagt opnieuw om een voorlopige voorziening.

Oordeel van de voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter beoordeelt met inachtneming van de Harderwijk-uitspraak (ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285) of de burgemeester redelijkerwijs van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. Dat doet de voorzieningenrechter door te toetsen of het besluit noodzakelijk en evenwichtig is.

De Harderwijk-uitspraak vormt een belangrijke doorbraak in de toepassing van het evenredigheidsbeginsel. De Afdeling neemt in die uitspraak expliciet afstand van het zogenaamde ‘willekeurcriterium’. In de praktijk komt het willekeurcriterium erop neer dat de rechter pas ingrijpt als het overduidelijk is dat de overheid een onredelijk besluit neemt.

Klik hier voor meer informatie over de Harderwijk-zaak en de nieuwe manier van toetsen aan het evenredigheidsbeginsel.

Noodzakelijkheid
De voorzieningenrechter stelt vast dat er geen sterke aanwijzingen zijn dat de woning daadwerkelijk werd gebruikt voor de productie of handel van drugs. Er is geen overlast in de buurt geconstateerd, er waren ook geen meldingen.

Let op! Uit de memorie van toelichting bij artikel 13b van de Opiumwet, blijkt dat sluiting ook al mogelijk moet zijn voordat er directe gevolgen zijn voor de directe woon- en leefomgeving

Daarnaast oordeelt de voorzieningenrechter dat er onvoldoende concrete feiten en omstandigheden zijn om te concluderen dat in de woning daadwerkelijk harddrugs zijn bewerkt, verwerkt, vervaardigd of verhandeld. Hoewel er attributen zijn aangetroffen die voor deze doeleinden kunnen worden gebruikt, is daarmee onvoldoende aangetoond dat er ook echt sprake was van een cocaïnewasserij in de woning. Er zijn bovendien geen meldingen van overlast bekend en er is ook niet gebleken van een ‘loop’ naar de woning. Daarom is het sluiten van de woning niet noodzakelijk, aldus de voorzieningenrechter.

Evenwichtigheid
De rechter concludeert ook dat de sluiting onevenwichtig is, gezien de gevolgen voor de verzoeker. Hij zou de woning definitief verliezen en dat staat niet in verhouding tot de ernst van de situatie.

Gevolgen van de uitspraak

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:86 Awb meteen uitspraak in de hoofdzaak en vernietigt het besluit van de burgemeester en bepaalt dat de woning niet gesloten mag worden. De gemeente moet het betaalde griffierecht terugbetalen en de proceskosten vergoeden.