Infographic: evenredigheidsbeginsel (Harderwijk-zaak)

Het evenredigheidsbeginsel, vastgelegd in artikel 3:4 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), vereist dat de nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de doelen die met dat besluit worden nagestreefd. Het evenredigheidsbeginsel is vooral relevant bij de toepassing van discretionaire bevoegdheden.

Klik hier voor meer uitleg over de ‘discretionaire bevoegdheid’.

Sinds de uitspraak in de Harderwijk-zaak (ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285) wordt van bestuursorganen verwacht dat zij besluiten nadrukkelijker aan het evenredigheidsbeginsel toetsen. Deze toetsing bestaat uit drie stappen: is het besluit geschikt om het doel te bereiken (geschiktheid), is het noodzakelijk of zijn er minder ingrijpende alternatieven (noodzakelijkheid), en weegt het belang van het besluit op tegen de nadelige gevolgen (evenwichtigheid).

Let op: Niet elk besluit vereist een volledige drietrapstoets. Zo wordt de geschiktheid vaak impliciet aangenomen, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn dat een besluit niet effectief bijdraagt aan het beoogde doel.

 

Bekijk hieronder de infographic voor een visueel overzicht van de drietrapstoets, met in het blauw een voorbeeld van de toepassing bij een woningsluiting op grond van artikel 13b Opiumwet.

Wil je een uitgebreide toelichting? Lees dan hier ons blog over de Harderwijk-zaak en de ‘nieuwe’ drietrapstoets.