Gedoogverklaring coffeeshop: Afdeling bevestigt koerswijziging

Op 11 september 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan over de rechtsbescherming bij gedoogverklaringen voor coffeeshops (ECLI:NL:RVS:2024:366). Deze uitspraak herhaalt en bevestigt de baanbrekende uitspraak van 13 september 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3431).

Casus

De zaak draait om coffeeshop Power Flower in Apeldoorn. De burgemeester had op 19 maart 2021 aan Power Flower een gedoogverklaring coffeeshop verleend tot 23 mei 2023. Na afloop van deze termijn zou de gedoogverklaring via een openbare aanbesteding in de markt worden gezet. Power Flower was het niet eens met deze termijn en voorwaarde.

Power Flower ging in bezwaar tegen deze beslissing. De burgemeester verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat hij van mening was dat de gedoogverklaring geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Power Flower liet het hier niet bij zitten en ging in beroep bij de rechtbank Gelderland. De rechtbank verklaarde op 22 december 2022 het beroep ongegrond, omdat – in lijn met de toenmalige jurisprudentie –  een gedoogverklaring niet als besluit werd aangemerkt.

Vervolgens stelde Power Flower hoger beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, wat leidde tot de onderhavige uitspraak.

Rechtsvraag

De kernvraag in deze zaak was of de ‘gedoogverklaring coffeeshop’ als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet worden aangemerkt, waartegen bezwaar en beroep openstaat.

Oordeel van de Afdeling

De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 13 september 2023, waarin is bepaald dat een gedoogverklaring coffeeshop (inclusief de voorwaarden), een weigering van een gedoogverklaring en een intrekking van een gedoogverklaring voor de toepassing van de wettelijke regels over bezwaar en beroep zowel voor derden als voor de overtreder met een besluit worden gelijkgesteld.

Uitspraak Afdeling 13 september 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3431)

In deze baanbrekende uitspraak heeft de Afdeling haar rechtspraak voor gedoogverklaringen coffeeshops bijgesteld. Voorheen gold dat gedoogbeslissingen, op enkele uitzonderingen na, geen besluiten in de zin van de Awb waren en daarmee ook niet gelijkgesteld werden. Tegen deze beslissingen stonden dus geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open.
De belangrijkste overwegingen voor de koerswijziging waren:

  1. De bijzondere positie van coffeeshops in het Nederlandse drugsbeleid.
  2. De feitelijke regulering door de overheid, ondanks de illegale status van softdrugs.
  3. Het onevenredig bezwarende karakter van de eis dat exploitanten een handhavingsbesluit moeten uitlokken voor rechtsbescherming.
  4. De bestaande rechtsbescherming via exploitatievergunningen voor horecabedrijven is onvoldoende om het tekort in rechtsbescherming tegen gedoogbeslissingen op te vangen, omdat gemeenten niet verplicht zijn de verkoop van softdrugs via exploitatievergunningen te reguleren.

Deze uitspraak betekende een belangrijke koerswijziging in de jurisprudentie, waardoor gedoogverklaringen coffeeshop voortaan vatbaar zijn voor bezwaar en beroep.

Gelet op deze koerswijziging oordeelt de Afdeling dat de burgemeester het bezwaar van Power Flower tegen de gedoogverklaring coffeeshop ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Uitspraak

Het hoger beroep van Power Flower is gegrond. De Afdeling vernietigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 december 2022. Ook het besluit van de burgemeester van 1 november 2021 wordt vernietigd.

De Afdeling draagt de burgemeester op om binnen 12 weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van Power Flower tegen de gedoogverklaring coffeeshop.

Proceskosten

De burgemeester moet de proceskosten vergoeden die verband houden met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De kosten voor de behandeling van het bezwaar komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Waarom is dit belangrijk voor de praktijk?

Deze uitspraak bevestigt en versterkt de nieuwe lijn in de jurisprudentie met betrekking tot gedoogverklaringen van coffeeshops. Concreet betekent dit dat exploitanten van coffeeshops en andere belanghebbenden voortaan bezwaar en beroep kunnen instellen tegen (de voorwaarden van) gedoogverklaringen, weigeringen van gedoogverklaringen en intrekkingen van gedoogverklaringen.

Gemeenten en burgemeesters zullen hun procedures en besluitvorming rond gedoogverklaringen coffeeshop moeten aanpassen aan deze nieuwe jurisprudentie. Ze moeten er rekening mee houden dat hun besluiten over gedoogverklaringen coffeeshop nu vatbaar zijn voor bezwaar en beroep.